Mazda CX-5
|
Alpine A 110 LégendeTekst Gerrit Brand fotografie Suhaila Sahmarani Het moest er eens van komen. Rijden in de nieuwe Alpine A 110. Een exclusieve beleving. Een sportwagen waar je veel bekijks mee hebt. Auto’s om je heen houden even in om de Alpine goed te bekijken, of proberen je bij te benen als je gas geeft. Duimen gaan omhoog. Niemand is jaloers. Iedereen is blij. De nieuwe Alpine A 110 kwam in 2017 voor het eerst op de weg. Een nieuwe sportwagen van Renault, geënt op de fameuze Alpine A 110 Berlinetta uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Dat klinkt lang geleden en dat ís ook lang geleden. Waarschijnlijk is het enige wat de nieuwe A 110 nog gemeenschappelijk heeft met die oorspronkelijke wagen het ontwerp van de carrosserie en het feit dat de motor achterin zit. Want de nieuwe A 110 is op en top een moderne sportwagen. Na de Première Edition is de Alpine A 110 er nu in twee verschillende uitvoeringen, de Pure en de Legende. In 1993 – toen we de eerste editie van magazine GranTurismo – maakten was de Alpine A610 Turbo net op de markt. Natuurlijk togen we toen naar de fabriek in Dieppe waar deze supersportwagen handmatig gebouwd werd. Ik noemde het toen ‘de laatste der Mohikanen’. In dat jaar werd er nog maar een auto per week gebouwd. De A 610 kostte in 1993, omgerekend in Euro’s zo’n 80.000 euro, wat toentertijd een enorm bedrag was, zeker voor een auto met een kunststof carrosserie. Maar het was wél een bijzondere wagen. Lees het stuk er maar eens op na in het eerste nummer van GranTurismo dat je hier in het archief vind. Jean Redélé | Dieppe Ik zal de hele historie van Alpine niet herhalen. Het merk begon simpelweg met het fabriekje dat de Franse garagehouder Jean Redélé in 1955 in de kustplaats Dieppe begon. Op basis van Renault-onderdelen bouwde hij zijn eigen sportwagen, de Alpine. In de loop der jaren groeide het bedrijf uit tot een bloeiende sportwagentak van Renault die Alpine op een gegeven moment overnam. Maar de afgelopen twintig jaar werd er in Dieppe geen Alpine meer gebouwd. Renault was ermee gestopt. Het bloed kruipt echter blijkbaar waar het niet gaan kan en in 2017 verscheen plotseling (nou ja, min of meer dan; de insiders wisten natuurlijk dat hij eraan zat te komen) de Alpine A 110 op de markt. Zelfde naam dus als de wagen uit de jaren zestig. Zelfde (retro) model/ontwerp. Maar verder helemaal nieuw. De nieuwe Alpine is een geheel andere auto dan die klassieker. Net zoals een Porsche 911 van 2019 ook niet meer te vergelijken valt met de eerste 911 uit 1963. De Alpine A 110 heeft een automatische versnellingsbak met dubbele koppeling en zeven versnellingen. Keuze uit rijmodi, Normaal, Sport en Track. Chassis en carrosserie bestaan voor 96% uit aluminium (in plaats van kunststof zoals vroeger). Er zit een fijn audiosysteem in. En er zijn een aantal zaken optioneel leverbaar die de A 110 helemaal af maken. Wat is gebleven is de geringe bagageruimte. Uiteraard is de A 110 net als vroeger en als elke fatsoenlijke sportwagen een tweezitter. Gezellig met z’n tweeën met de Alpine op vakantie dus, maar denk maar niet dat je er een tent of grote koffers in meekunt nemen. Reistassen, dat wel. Verblijven in hotels, eten in fijne restaurants, genieten van de auto. Daar draait het om bij de Alpine. Fun | head turner En als je zin hebt kun je er ook nog het circuit mee op. Dan zet je de wagen in de track modus en kun je ermee gaan racen. Ik denk niet dat er veel mensen zijn die dat gaan doen. Sport en Normaal zullen de meest gebruikte standen zijn. De Alpine is dan ook een auto voor de echte liefhebber, de fijnproever die van sportwagens houdt en iets bijzonders wil hebben, voor de fun. Een Porsche is twee keer zo duur, en beslist geen head turner meer. Wie kijkt er nog op van een Porsche 911. Exclusiviteit gegarandeerd met de Alpine. Wat is er nou zo leuk aan deze wagen? Dat zie je toch zo? De hele vormgeving is uniek. Mooie lijnen, sportief, laag. Hij is slechts 125 cm hoog. Prachtig. En toch stap je er redelijk gemakkelijk in (Zo’n wagen daagt je natuurlijk ook uit om enigszins elastisch in- en uit te stappen, vooral omdat er altijd wel iemand staat toe te kijken). Het interieur is prachtig. Precies zoals het hoort. Lage kuipstoelen die perfect zijdelings steun bieden en toch niet te smal of te klein zijn. In de Légende – de wat luxere uitvoering van de Alpine – zijn ze met leer bekleed. Het ziet er allemaal prachtig uit. Het dashboard is strak vormgegeven, met ronde luchtgaten ter linker- en rechterzijde. Een stuurwiel met daarin de belangrijkste knoppen die je tijdens het rijden nodig hebt, de cruise control en het audiosysteem. En dan de slanke middenconsole met daarin drie ronde knoppen en een grote, rode startknop. Met die drie knoppen bedien je de versnellingsbak, D, R en N. Vooruit, achteruit, neutraal. Mooi gedaan, hoor. Beleving We schakelen de bak in Drive en kiezen rijdstand Sport. En rijden maar. Geweldig. Mooie bochten maken. Een heerlijk sportief geluid uit de uitlaat. Als je het gaspedaal even diep indrukt komt daar die zware bromtoon tevoorschijn. Schijnwerpers aan en – op een nette manier – het overige verkeer even voorbij sprinten. Bij een auto als deze gaat het ook helemaal niet om topsnelheden maar om de beleving. Hetzelfde gevoel weer als destijds in 1993 toen ik met GranTurismo als blad begon. Toen ging het me ook om de ‘beleving’ van de auto. De Alpine biedt je die ‘beleving’ nog, dat gevoel dat alleen een bijzondere klassieker of exotische sportwagen je kan geven; stijl, techniek en rijkwaliteiten in evenwicht. De auto voelt stevig en solide aan. Topkwaliteit. De kleur van onze testwagen is blauw (bleu abysse), zoals het hoort voor een Franse sportwagen. Standaard kost de wagen € 67.600,-. Met alle opties die op onze Légende zitten erbij geteld komen we uit op € 72.803,00. Veel geld voor een auto waar je maar met twee personen in kunt, maar een koopje voor een exclusieve sportwagen. Ze vliegen overigens als warme broodjes de winkel uit. De wachttijd – als je er nu een bestelt – is ruim een jaar.
0 Comments
Leave a Reply. |