|
Renault Alpine – Alpine Renault
31 juli 2011, locatie Assen
Tekst Gerrit Brand Fotografie Suhaila Sahmarani Het kan raar gaan in het leven. Of eigenlijk ook niet, want je hebt het grotendeels zelf in de hand, nietwaar? Maar toen in 1993 het eerste nummer van magazine GranTurismo uitkwam, stond daarin een uitgebreide reportage over wat we toen noemden de laatste der Franse Mohikanen, de Alpine A610. Ik bracht destijds zelf een bezoek aan de fabriek in Dieppe en kwam daar, herinner ik me nog wel, enigszins bedrukt van terug. Dieppe was een fraai stadje aan de Normandische kust en een bezoek aan Frankrijk is altijd de moeite waard, al was het alleen maar vanwege het lekkere eten en de goede wijn, maar met de fabricage van de Alpine leek het gedaan. Klopte, want ruim een jaar later trok Renault de stekker uit het sportwagenproject dat Alpine heette. Van het laatste model, de A610, werden slechts 818 auto’s gebouwd, die bij wijze van spreken aan de straatstenen niet kwijt waren te raken. De prijs was dan ook gestegen tot zo’n 160.000 gulden en geloof me, dat was in die tijd ontzettend veel geld voor een ‘plastic’ auto, hoe mooi en snel die ook was. Gelukkig was bij onze fotosessie op 31 juli in Assen ook een A610 aanwezig, nog wel in bezit van een van de clubleden uit Assen zelf, een thuiswedstrijd voor de gelukkige eigenaar dus. De fotosessie werd voor GranTurismo op touw gezet door de immer actieve en super-enthousiaste voorzitter Ben Struijk. De clubleden kennen hem! En ondanks het feit dat de bijeenkomst in het Noorden werd gehouden was de opkomst groot, de meeste mensen hadden die ochtend om een uur of 11 al een paar uur in hun trotse bezit gereden en honderden kilometers afgelegd. Maar dat vond niemand erg, een Alpine-rijder grijpt immers graag de gelegenheid aan om een eind met zijn wagen te sturen. Alpines zijn gemaakt om grote afstanden te overbruggen op snelle en comfortabele wijze. Zo geformuleerd komt dat min of meer overeen met de definitie van de Gran Turismo wagen, de GT. Hoewel, in vergelijking met andere GT's komt bij de Alpine dan toch dat sportwagengevoel op. Maar bij het laatste model Alpine, de A610, is het GT-gevoel het sterkste, dat is een grand tourer pur sang. Dat schreef ik in 1993 ook al (zie onder archief 1993-1997 op deze site het eerste nummer van GranTurismo). We hebben een mooie reeks auto’s bij elkaar die goed de historie van de Alpine binnen het merk weergeeft, van de eerste A110, via de A310, de V6 GT en V6 Turbo tot de A610, met daarnaast nog een exemplaar van de extravagante en ruige SportSpider en van de Renault 5 Turbo II, welke namelijk ook in de fabriek in Dieppe gebouwd werden, evenals andere sportieve Renaultmodellen zoals de Clio V6. Omdat deze wagen ontbrak op de bijeenkomst in Assen zond de eigenaar ons een aantal foto’s na, die ook op de site te vinden zijn. Vooral met die Berlinette A110 zijn we erg blij, want dit is (afgezien van enkele voorgangers die als oermodel mogen gelden) het eerste model Alpine zoals dat in de jaren ’50 van de vorige eeuw door Jean Redélé (1922-2007), werd ontwikkeld. Jean Redélé was Renaultdealer in Dieppe en stortte zich in de jaren ’50 op de rallysport met een CV4. Al snel ontstond daarna het merk Alpine met de beroemde (Franse) blauwe kleur als blikvanger. De Berlinette A110 werd van 1962 tot ’77 gebouwd met verschillende motoren van 1100 tot 1600 cc inhoud, maar altijd met een maximum snelheid van over de 200 km/h. Het autootje weegt trouwens in zijn zwaarste uitvoering niet meer dan 620 kg. Naast de A110 kwam de A310 1600 (viercilinder) tot in 1977 alleen de A310 verder ging, maar dan wel met V6 motor (2.7 liter PRV-blok)! De A310 is gebouwd van 1971 tot 1985, in vier- en zescilinder uitvoeringen. De eerste exemplaren hadden de viercilinder 1600 cc motor van de A110 achterin liggen, terwijl later de 2,7 liter V6 van Renault werd ingebouwd. Persoonlijk vind ik deze lage, gemeen uitziende sportwagen de mooiste van alle Alpines. De jaren ’60 en ’70 waren natuurlijk dè jaren van extravagant autodesign op sportwagengebied. Hoe lager hoe mooier, was het credo in die tijd. De Alpine A310 wàs laag, slechts 1.15 meter. Fantastisch om die auto’s weer eens voor de lens te krijgen en te zien en horen rijden. Meestal zie je ze alleen maar als een enigszins afgetrapt en stoffig exemplaar op een oldtimerbeurs of zo staan. Maar hier in Assen rijden ze vandaag in het echt rond, er is er zelfs één bij in die prachtige period colour (zoals de Engelsen zeggen): tabaksbruin. De A310 had groot succes in de rallysport als een Group 4 auto (die met die brede uitgebouwde spatborden). In 1977 werd Guy Frequelin rallykampioen van Frankrijk in een A310. Van de A310 werden in totaal zo’n 11.000 exemplaren gebouwd. Zeldzaam zijn ze dus niet, maar om een mooie te vinden valt niet mee. Na de A310 kwam de GTA al dan niet in turbo-uitvoering. Natuurlijk uitgerust met de PRV V6 motor. (ter info: De V6 GT had een atmosferische 2.8 motor, de V6 Turbo had een 2.5 motor. Bij de A610 werd het pas een 3.0 liter motor). Ook deze wagens waren van polyester gemaakt. Aan het eind, na 1991 was er een zogenaamde Le Mans-uitvoering (ook in Assen aanwezig) en tenslotte kwam dus de A610 nog uit. De A610 is een geheel gerestylede Alpine GTA. De auto voelt veel steviger en stijver aan dan de GTA. Hij is ook van betere kwaliteit dan de GTA. Helaas betekende de beste Alpine ooit meteen de zwanenzang van het merk. Hij was te duur voor wat hij bracht. De echte Alpine-liefhebbers, die zich in Nederland al sinds 1982 verenigd hebben in de zeer actieve Alpine Renault Club Nederland, hopen stiekem (maar waarschijnlijk tegen beter weten in) nog steeds op een opvolger van de Renault-sportwagen. Hoewel ze zich terdege realiseren dat het nooit zo zal worden als vroeger, maar men wil graag de merknaam Alpine weer gebruikt zien worden. Maar niet zoals Renault gedaan heeft met de naam “Gordini”! Ik help het ze hopen. Persoonlijk vind ik de Alpine een bijzondere klassieker, een auto waarvan er niet (te) veel gebouwd zijn en die juist vanwege de Renault-techniek niet te duur in onderhoud en heel goed rijdend te houden is. En die polyestercarrosserie zorgt er natuurlijk voor dat je geen last hebt van roest. De A110 is inmiddels onbetaalbaar geworden, maar de overige modellen, op de zeldzame A610 na, zijn voor tweedehandsprijzen op marktplaats en gaspedaal.nl wel te vinden. Aan te raden valt de auto alvorens tot aankoop over te gaan goed te (laten) inspecteren, want slecht onderhouden exemplaren zijn er ook veel. En dan mag je hoge kosten verwachten, ondanks die veelgeprezen Renault-techniek. Raadpleeg van te voren altijd de club, zouden we zeggen. Met dank aan de leden van de Alpine Renault Club Nederland die belangeloos hun vrije zondag besteedden aan deze fotosessie. . |