Gran TurismoMagazine |
Het Italiaanse automerk Alfa Romeo viert dit jaar haar 110-jarig bestaan. Een goed moment om te kijken naar de geschiedenis van het bedrijf. Het officiele bestaan van het sportieve merk begint op 24 juni 1910 met de oprichting van A.L.F.A. (Anonima Lombarda Fabbrica Automobili). Maar een aantal jaren eerder is het de Franse ondernemer Pierre Alexandre Darracq die met zijn opvallende snor en goed instinct voor zakendoen die de start van het verhaal geeft. In 1906 richt hij namelijk Societa Anonima Italiana Darracq (SAID) op. Een Italiaanse vestiging van zijn autobedrijf Darracq. Maar vanaf de start van de onderneming loopt de ingenieuze man tegen problemen aan. Zo is Italië ver weg van Napels, waar de auto’s geproduceerd worden, en bovendien is de afname van zijn auto’s in Italië klein. De lichte en kleine auto’s die Darracq produceert voldoet niet aan de eisen van de Italianen, en zijn niet geschikt voor de vele steile slechte wegen die Italië rijk is. Het is dan ook in 1909 dat Darracq zijn bedrijf failliet laat verklaren. Ugo Stella, leidinggevend directeur van de fabriek in Italië, ziet het bedrijf ten onder gaan, maar ziet ook zeker het potentieel van de Portello-fabriek. Met lokale financiering nam hij de fabriek over en huurde opnieuw de 200 werknemers in. Deze risicovolle zet was gebaseerd op het feit dat Stella wist wat voor auto’s zijn clënteel wenste, en vond de juiste man om de auto’s te ontwerpen. Deze man was de Italiaanse meetkundige Giuseppe Merosi. Maar omdat hij, net als veel jonge mannen in die tijd, gefascineerd was door auto’s had hij al verschillende beroepen in die sector uitgeoefend. In de herfst van 1909 vroeg stella hem twee auto’s te ontwerpen met prestaties tussen de 12 en 24 HP, krachtiger dan de Darracq, op maat van de Italiaanse klanten en met een fame dat het mogelijk zou maken om er prestigieuze koetswerken op te monteren. In de Milanese gebouwen, aan de Via Cappuccio 17, werkte de jonge ingenieur-designer dag en nacht en op de 1 januari 1909 stuurde hij de consignatieplannen voor de eerste auto naar het Technisch Bureau. De 24HP Het is waarschijnlijk de enige keer in de automobielgeschiedenis geweest dat er een model werd ontworpen nog voordat er een merk werd gecreëerd. De 24HP had een monoblok motor, 4 cilinders, 4 liter cilinderinhoud en 42 pk, met één enkele cardan-transmissie voor de achterwielen. Het had een stevig chassis met langliggersprofielen en dwarsliggers in C-gecompresseerd metaal, die het de koetswerkbouwers Castagna, Schieppati, Sala en Bollani mogelijk maakten om torpedo- en limousine versies te maken voor een veeleisend klant. De 24HP had hoge doelstellingen: vandaag zouden we het een premium model noemen en een prijs die overeenkomt met twee modaaljaarsalarissen. Voor een auto uit die tijd was de 24HP ontzettend snel, met een topsnelheid van 100 km/u en met een ongelofelijke zorg en precisie gebouwd, is het dan ook geen verrassing dat het model zo goed werd onthaald. De eerste A.L.F.A. was elegant en sportief. Een echte Alfa Romeo dus. Merosi realiseerde zich dat hij op de goede weg zat, en ontwikkelde vanuit deze visie in 1911 de 24HP Corsa: lichtgewicht, hogere prestaties en meer stuwkracht. Met dit model deed A.L.F.A zijn intrede in de racewereld. In 1913 werd coureur Nino Franchini in Parma-Poggio di Berceto tweede in de algemene klasse en eerste in zijn categorie. De 40/60HP Voor een onervaren merk als A.L.F.A. was de racerij de ideale manier om naam te maken in de autowereld. Iets wat Merosi zich maar al te goed realiseerde. Daarom bouwde hij in 1913 een raceauto. De 40/60HP was klaar. Castagna, de koetswerkbouwer, werd door graaf Ricotti gevraagd om het chassis van de A.L.F.A. te voorzien van een nieuwe koets, gebaseerd op de aerodynamica, een toen nog nieuwe wetenschap. Deze aanpassing resulteerde tot de 40/60 HP Aerodynamic Ricotti Torpedo, een model dat in staat was een snelheid tot 139 km/u te halen. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zorgde er bij A.L.F.A. voor dat ze de militaire noden dienden. Maar deze veranderingen zorgden er ook voor dat de stille vennootschap Engineer Nicola Romeo & Co de Portello fabriek overnam. Deze vennootschap paste de fabriek aan om er munitie en vliegtuigmotoren te bouwen. Het zorgde ervoor dat de fabriek groeide naar ruim 1200 werknemers. De ingenieur senator Nicola Romeo, een toekomstige senator in het Italiaanse Koninkrijk, is een andere vitale figuur in de geschiedenis van het merk. Tijdens de oorlog kocht hij belangrijke machinebouwbedrijven op zoals de “Costruzioni Meccaniche di Saronno”, de “Officine Meccaniche Tabanelli” in Rome en de “Officine Ferroviarie Meridionali” in Napels. Hij gaf zijn bedrijf een nieuwe naam “Engineer Nicola Romeo Anonymus Co.”. Toen de Banca Italiana di Sconto A.L.F.A. failliet wilde verklaren, was hij bereid het te kopen. Dit leidde tot een strijd met de vorige eigenaars omtrent de naam. Zo besliste Romeo zijn producten te verkopen door de naam Alfa te combineren met zijn familienaam Romeo. De eerste voertuigen die deze merknaam droegen waren de 20-30 HP en de afgeleide ES Sport. Auto’s die het pad volgden die door Merosi voor de oorlog was uitgestippeld: elegant, snel en met een onmiskenbare persoonlijkheid. In de naoorlogse jaren haalden coureurs als Giuseppe Campari, Antonio Ascari, Ugo Sivocci en de jonge Enzo Ferrari de Europese voorpagina’s. Mugello, Parma-Poggio di Berceto, Targa Florio, Aosta-Gran San Bernardo, Coppa delle Alpi: Alfa Romeo viel telkens in de prijzen. Alleen een eerste internationale overwinning ontbrak. Het meesterwerk van Merosi
“Het Italiaanse antwoord op ‘s werelds meest elegante voertuigen”: zo omschreef de Britse pers de nieuwe Alfa Romeo RL wanneer deze voorgesteld wordt op de London Motor Show in November 1921. De RL herschreef de automobielregels. Het was Merosi’s meesterwerk. Een 3 liter motor met 56 paardenkrachten, een zescilinder monoblok met afneembare kop, kleppen die bediend werden door een schommelend staafsysteem: de RL behaalde snelheden van 110 km/u, met een onberispelijke gecontroleerde precisie. In 1923 produceerde Merosi twee speciale Corsa raceauto’s met een lichtgewicht van 980 kg. Zij werden ontworpen met het oog om de befaamde Targa Florio te winnen. En dat deden ze ook. In april nam Ugi Sivocco plaats aan de start met een groen ‘quadrifoglio’ klaverblaadje geschilderd op een witte achtergrond op de flank van de auto. Deze geluksbrenger deed zijn werk: Sivocco was de grote overwinnaar van de 15e Targa Florio (de eerste in een lange rij), en de ‘Quadrifoglio’ werd een deel van de historiek van het merk. De designer die door Ferrari werd geïntroduceerd De tijd was aangebroken de massaproductieauto’s te scheiden van speciale Gran Prix wedstrijdauto’s. Het was Enzo Ferrari die de geschikte man presenteerde: Vittorio Jano was een jonge ingenieur designer van Piemonte die reeds voor Fiat had gewerkt en die specialist was op het vlak van de architectuur van motoren en chassis. Hij kwam met revolutionaire ideeën voor Alfa Romeo zoals de geforceerde inductie van laaggeplaatste motoren. En vooral winnende ideeën: Jano’s GP P2, met Ascari aan het stuur, reed alle concurrenten naar huis op het Cremona circuit, met een gemiddelde snelheid van meer dan 158 km/u. De overwinningen van de P2 brachten Alfa Romeo naar de wereldtop van de racerij. En in 1925 triomfeerde Alfa Romeo op de First Gran Prix World Championship, erkend en georganiseerd door de International Association of Recognized Automobile Clubs. Om deze overwinning te vieren werd in het Alfa Romeo logo een laurierblad aangebracht.
0 Comments
Leave a Reply. |
A DAY TO REMEMBERL.J.K. Setright, A day to remember, hardcover with dustjacket. | 116 pages | ISBN 9789491737305 | € 19,95
GranTurismo magazineGranTurismo magazine staat voor de 'beleving' van de auto. We zoeken naar interessante items op automotive gebied en besteden aandacht aan nieuwe modellen, klassieke auto's, motorsport, design en uiteraard de mensen achter de auto's. Archives
December 2024
Categories
Alles
|